Da Arturo
Veertig jaar niet terug geweest en ineens sta ik er weer: Grimaldi di Ventimiglia. Niet meer dan een speldenprik op de kaart, als het er al opstaat. Onbeduidend plekje in Imperia vlakbij de Franse grens. Maar voor mij de eerste kennismaking met wat de liefde van mijn leven zou worden: Italië. nbeduidend plekje in Imperia vlakbij de Franse grens. Maar voor mij de eerste kennismaking met wat de liefde van mijn
Negen jaar oud
Negen jaar was ik toen ik voor het eerst voet zette op Italiaanse bodem samen met moeder, zusje en mijn vader die als enige een paar woordjes Italiaans kende. Na een lange treinreis kwamen we aan bij Villa Europa, het bungalowpark waar we nog vele jaren zouden terugkeren. Bungalow dekte trouwens niet de lading. Wat ons stond te wachten, was een houten barak waarin mijn moeder al de eerste dag een schorpioen ontdekte en die eigenhandig doodsloeg met de hak van haar schoen. Ongelooflijk hoe snel we ons aanpasten aan de primitieve omstandigheden: geen toilet noch wasgelegenheid binnen en een lekkend kraantje als enige toeleverancier van water. Non potabile, natuurlijk.
Balzi Rossi
Maar wat een rijkdom stond daar tegenover: de geuren van tijm, basilicum, rozemarijn. Avonden met sterren zo helder als in sprookjes boven een eindeloze zee. Ons alledaagse uitzicht reikte tot aan Menton en op heldere dagen zag je zelfs Nice. Het hoogtepunt binnen al dit moois vormde ongetwijfeld: Da Arturo. Een restaurant op de meest vooruitstekende klif van de rotspartij Balzi Rossi die zijn naam dankt aan een speciale roze kleur ongeëvenaard in heel Italië.
Arturo
Arturo, een oude tanige man van een jaar of zeventig, kookte alles zelf en er kwam niets op tafel waar hij niet voor 100% kon achterstaan. Eigenhandig introduceerde hij ons in de Italiaanse keuken met het geduld van een moeder die haar kind leert lopen. Want dat was een pittige kluif. Verder dan spaghetti met tomatensaus reikte onze kennis niet. Ook hadden we geen kaas gegeten van de Italiaanse gewoontes. Nooit vergeet ik die eerste avondmaaltijd bij Arturo. Als rechtgeaard Nederlands gezin betraden wij het restaurant om zes uur sharp. ´Toch gek dat wij de enige gasten zijn,´ mijn moeder keek om zich heen. ´Het is hier zo mooi, je zou meer mensen verwachten.’
Nou… die mensen kwamen er ook. Alleen veel later. In Italië eet niemand om zes uur. Volkomen ongepast om op dat tijdstip te willen eten. Toch zei Arturo daar niets van toen hij ietwat nukkig – waarschijnlijk hardhandig weggerukt uit voorbereidingen voor de avond – onze bestelling kwam opnemen. Wat wilden we eten? Spaghetti natuurlijk…
Zes uur
Terwijl we wachtten op het eten, zaten we daar op dat goddelijke terras omringd door zee en een moestuin waar menig hip modern restaurant jaloers op zou zijn. Arturo gebruikte alleen producten uit eigen tuin. Die tuin zorgde er trouwens voor dat mijn moeder een nieuw woord kon toevoegen aan haar uiterst beperkte Italiaanse vocabulaire. Het wemelde er namelijk van schildpadden en ja, dat zocht zij op… T a r t a r u g a.
Na die eerste avond, aten we iedere avond da Arturo. Drie zomers lang. We leerden gerechten kennen die als engeltjes…Wijnen, die je zelfs niet aantreft in de meest exquise wijnzaken. Hoewel Arturo’s bottige lijf steeds magerder werd en hij iedere zomer weer een paar millimeter was gekrompen, hield niets hem weg uit de keuken. Op een zondagmiddag aten er zo’n vijftig mensen in zijn restaurant. Lang wachten, dat wel maar wie maalde daarom met een dergelijk uitzicht?
Villa met traliehek
Natuurlijk verwachtte ik niet dat Arturo nog zou leven toen ik na zoveel jaren terugkeerde naar Grimaldi. Het hinderde me niet dat op de plaats van zijn restaurant een villa was gebouwd met hoog traliewerk erom heen. Sterker nog: ik zag die tralies niet eens. In plaats daarvan zag ik een oude tanige man heen en weer rennen om zijn klanten tevreden te stellen. Zelfs als die heel onaangepast al om zes uur kwamen eten.