Nahuwelijk, herfstig koud of juist niet?
Stilte. Het enige woord dat de sfeer in huis treffend beschrijft sinds ons laatste kind uitvloog. Twee weken geleden alweer. We zitten aan tafel te eten. De echtgenoot en ik. Ondertussen kijken we zo’n beetje langs elkaar heen. Verlegen, lijkt het wel. Allebei te bang om de vraag te stellen die op onze tongen ligt. ‘Hoe gaan we verder zonder kinderen?’
Om nog maar niet te spreken van de vraag die daar achter ligt: ‘Willen we wel samen verder zonder kinderen?’ Op vakantie dan maar…Dat is voor ons moderne mensen immers het antwoord op alle moeilijke situaties. Kom je er even niet uit, hup naar het buitenland en genieten tot je scheel ziet. Ook wij dus: koffers pakken en de zon opzoeken in Rome. Even vergeten dat we iets nieuws moeten opbouwen en niet meer kunnen voortkabbelen op gewoontes en routine. Met andere woorden dat ons nahuwelijk is ingegaan. Een algemeen aanvaarde term inmiddels. Ook al kent de echtgenoot hem niet. Natuurlijk niet. Wanneer kennen mannen zulke termen? Dat werp ik hem dan ook direct voor de voeten. Voor we het weten, kibbelen we er fanatiek op los. En dat allemaal op een allerliefst Romeins terrasje. Is dit het? vraag ik me plotseling af in een kibbelpauze. Is dit wat ons te wachten staat? Jaren van bekvechten? Het nahuwelijk van mijn ouders schiet door mijn hoofd en ik voel een herfstachtige kou bezit van me nemen. Dan gebeurt het.
Vanuit de hemel word ik overvallen door een warme brei van …Ja, van wat eigenlijk? Ik veeg over mijn wang en staar naar bruinachtige smurrie in de palm van mijn hand. Naar boven kijkend, spring ik op. De dikke oude duif doet nog een napoepje. Ook de echtgenoot krijgt nu door wat er aan de hand is. In de hoop dat niemand het heeft gezien, kijk ik om me heen. Maar alle ogen op het volle terras gapen me aan. Hier en daar bespeur ik zelfs sporen van gesmoord leedvermaak. Zo niet in die van mijn echtgenoot. Met twee passen staat hij naast me. Zorgzaam verwijdert hij de duivenpoep uit mijn haren. Servetjes aanslepend vanuit de bar, vanaf de tafels om ons heen. Kortom geen golf gaat hem te hoog. Eenmaal schoongeboend en na een bezoek aan de toilet, zoeken we een andere tafel op. Zonder duiven boven ons hoofd. Eentje met veel beenruimte zodat we breed en onderuitgezakt van de laatste stralen middagzon kunnen genieten. Ineens weet ik het zeker. Zo zal ons nahuwelijk zijn. Niet herfstig op weg naar de winter. Maar als een lange zonnige namiddag in Rome.